Lydia Verbeeck lijkt
onvermoeibaar in het schrijven van historische thrillers. Na een zijsprongetje
met Sofie Catoor in de hoofdrol van enkele misdaadromans keert de schrijfster
terug naar haar basics. Met dit boek
duikt ze opnieuw in de geschiedenis van Lier en spint ze een verhaal rond een Hottentotse
vrouw die in 1874 in de herberg De Orleans op het Kluizeplein zou tentoongesteld zijn. Zou ze dit verhaal in haar rol als stadsgids
ook verteld hebben aan haar toehoorders?
Het verhaal over de
Hottentotse vrouw, Jantie, en de uitbaters van de herberg zijn de kapstok om de
het leven in Lier in de negentiende eeuw te leren kennen. Je leest over de levensomstandigheden in de
beluiken, de activiteiten van de middenstanders en de onderlinge verhouding
tussen de verschillende ‘standen’. Vele
historische personen en panden worden verweven in het verhaal zoals de Grote
Spui, een sluizensysteem voor de waterbeheersing, de drossaard, de
Sint-Jansbrug en de heilige Gummarus, de patroonheilige van de stad.
Ik ben benieuwd naar de
opvolger van dit prettige boek.