Tot ongeveer halfweg deze uitgave volgen we hoe Rianne De Winter, een reisfotografe, op zoek gaat naar ideale plekjes om het Noorderlicht in beeld te brengen in opdracht van een reismagazine. Tot haar takenpakket hoort ook beelden schieten van het omliggende landschap en de vakantiebeleving. Rianne reist daarvoor naar Noordkaap, het noordelijkste puntje van het Europese vasteland.
Het lijkt alsof de auteur hier een geografische bokkesprong maakt want tegelijkertijd situeert hij / zij het verhaal in het Nationaal Park Anderdalen, dat daar maar liefst 650 km van verwijderd ligt. Een blik op Google Maps toont de enorme afstand... Ook al is dit verhaal fictie, dan nog is er geen grond om te suggereren dat het Noorderlicht quasi dagelijks kan waargenomen worden als de hemel onbewolkt is. Even weinig gefundeerd is dat Rianne zich laat wijsmaken het signaal van de gebruikte satelliettelefoon verstoord wordt door bomen.
Zo rond halfweg het boek krijgt het verhaal een stroomstoot. Er wordt geschoten op Rianne en Arno, haar lokale gids. Beiden overleven maar in hun nabijheid ontdekken ze een lijk dat er al meerdere dagen lijkt te liggen. Wanneer onze reisfotografe aangifte daarvan doet bij de lokale politie verklaart die dat het lijk noch sporen ervan terug te vinden zijn. Mag ik toch realisme verwachten in een fictieverhaal?
Voor de liefhebbers van spanning: volhouden, want reisfotografe Rianne ontplooit zich tot een ware speurneus / heldin!