Heracles,
de Griekse Mytische figuur, en zijn twaalf werken zijn de metafoor voor de
evenzoveel werken van de provincie Limburg gedurende de laatste twintig
jaar. In 95 tendensen en 15
toekomstvisies kijken de Limburgers in eigen boezem én werpen ze gelijktijdig
een blik op de toekomst. Limburg
beleefde moeilijke tijden door de sluiting van de mijnen, Philips Hasselt en
recent nog Ford Genk. Maar die
tegenslagen werden gebruikt om de basis te leggen voor een hedendaags Limburg
met topbedrijven en een over de grenzen reikend toeristisch beleid.
De
opvallendste tendensen uit dit indrukwekkende boekwerk zijn voor mij de
diversiteit, de groei van de natuurparken, de economische ontwikkeling en het
specifieke streekbeleid. Vooral Nederlanders smaken de Belgische provincie
Limburg. Van inwoners van buitenlandse
origine is hun aantal het grootst en het blijft maar stijgen. De groei van het Nationaal park Hoge Kempen
inclusief het nieuwe idee van toegangspoorten of vertrekpunten is een grote
toeristische troef. Samen met de projecten
‘fietsen door het water en fietsen door de bomen’. Via het speelbos in Lommel tot het
doorkijkkerkje in Borgloon, waarvan een illegale kopie staat in China, wordt de
beleving van de landschappen en het erfgoed vergroot.
Positieve
toekomstvisies, daar is in deze onzekere tijd, meer dan nood aan. Verbinding maken via samen werken, samen
leven, tolerantie en diversiteit. Dat wordt nog meer de kracht van de Limburgse
bevolking. Limburg als landschapsstad waarbij de talrijke natuurgebieden, de
poorten worden van deze ‘stad’. Zo
nodigen Limburgers iedereen van ‘over de grens’ uit om hier te herbronnen met
unieke verhalen van locals mét bewaking van de eigen authenticiteit.
Limburg,
Limburg allein, dao geit niks boave, zo is t’r mer ein.