Het schrijversduo, Willy en Steven Bogaerts (vader en zoon), verplaatsen in deze zesde politieroman hun werkterrein voor een groot stuk van Leuven naar Kanne in Limburg. Kanne ligt op de grens met Nederland waar het Vlaamse en het Waalse gewest elkaar raken. Dit dorp werd enkele jaren geleden genomineerd als mooiste dorp van Vlaanderen. De heuvelachtige omgeving gecombineerd met het Albertkanaal geeft Kanne haar idylische karakter. Maar in dit boek vinden er vreselijke gebeurtenissen plaats: in de jachthaven, de Tiendenberg en in de buurt van het fort van Eben-Emael. Deze tragedies vloeien voort uit het drama dat zich heeft afgespeeld in het Pension de Witte Lelie in Leuven. Het plattegrond van de drie etages tellende gebouw vind je vooraaan in het boek. Best steek je een briefje bij deze bladzijde want deze schets heb je gedurende het hele verhaal nodig om de bewoners en de negentien kamers te kunnen duiden. Hierdoor lijkt het verhaal soms een soort Cluedo maar dan met drie verdiepingen.
De machtstrijd tussen het parket en de politie maken de zoektocht er niet makkelijker op. Commissaris Bottu wordt van de zaak ontheven. Het onderzoek wordt overgenomen door zijn ambitieuze assistente Vicky Coetsier die onwetend de marionet is van hogerhand. Brengt zij deze speurtocht tot een goed einde?