Hubert Thys, verzekeringsagent en amateurhistoricus, komt niet opdagen op zijn afspraak met Jean Schoenmaekers in Hoeselt. Dat is vreemd voor een man die zich steeds stipt aan zijn agenda houdt. Jean wordt ongerust als hij enkele dagen later nog steeds niets vernomen heeft van de amateurhistoricus. Daarom gaat hij op onderzoek uit. Hubert, die lid is van de Heemkundige Kring Bilisium in Bilzen, doet onderzoek naar het schilderij ‘Boerenbruiloft’ van Pieter Bruegel de Oude. Noot: de schrijver, Rik de Leeuw, heeft hierover een mooie theorie uitgewerkt.
Jean ontdekt dat Hubert nog aan een ander onderzoek werkte. Dat van de15e-eeuwse priester en kroniekschrijver Peter Treckpoel. Na 1506 is er van deze Peter Treckpoel niets meer vernomen. Hij woonde in een klooster in Bilzen, maar toch is zijn overlijden niet opgenomen in het kloosterregister. Vreemd. Zijn kroniek ‘Cronijke der landen Overmaas’ beschrijft de gebeurtenissen in het gebied Overmaas. Dat zijn zowat Belgisch- en Nederlands Limburg samen. Peter Treckpoel was een objectieve chroniqueur die niet schreef vanuit het oogpunt van de winnaar en weldra eerherstel mag verwachten. Hubert had ontdekt dat er een verborgen boodschap verscholen zat in die kroniek. Welke boodschap?
De zoektocht van Jean leidt hem naar, De Domijnen, in het Nederlandse Sittard. Waar hij geholpen wordt door Nathalie Haverkort van het erfgoedcentrum. Nathalie, die Hubert kent door zijn archiefonderzoek, en Jean ondernemen samen een aantal pogingen om de verdwenen amateurhistoricus terug te vinden. Hun traject brengt hen naar het bisschoppelijk archief in Luik, het Rijksarchief in Hasselt, en verder naar Bilzen, Kanne, Neercanne, Elsloo en Geulle aan de Maas.
Hebben de verdwijning van Peter Treckpoel, in 1506, en de verdwijning van Hubert Thys, in 2024, iets met elkaar gemeen? Het is een zoektocht naar het verleden van Peter Treckpoel, om in het heden de verdwenen Hubert Thys terug te vinden. De schrijver verweeft in dit tweeledig verhaal de fictie en de realiteit, en creëert hierdoor bewust enige verwarring. Het idee van het onderzoekduo Jean en Nathalie werkt prima. Enerzijds is er Jean, die fietstochten maakt in het Limburgse Haspengouw en houdt van boterhammen met appelstroop. En anderzijds heb je de introverte Nathalie, waarover niet zoveel geweten is. Beide zijn ze, net zoals hun bedenker, gebeten door de Limburgse geschiedenis en haar boeiende verleden. Samen trachten ze die microbe door te geven aan de lezer. Is er met dit boek een serie in de maak? En heeft de lezer onbewust het eerste deel van een nieuwe serie gelezen?
Genieten maar van deze historische roman!