Harold Fry, een gepensioneerde vertegenwoordiger van een brouwerij wonende in het zuiden van Engeland, ontvangt op een dag een brief van zijn vroegere collega Queenie. Zij is stervende in een rusthuis in Berwick-upon-Tweed, helemaal in het noorden van het land. Harold beantwoordt haar brief en wandelt naar de brievenbus om die te posten.
De eerste brievenbus loopt hij voorbij, de tweede ook, ... Harold overdenkt zijn leven met zijn echtgenote Maureen en hun zoon David, peinst over de gebeurtenissen op zijn vroegere werkplaats, herinnert zijn eigen behoorlijk armzalige jeugd, ... Waarom zou hij zijn brief niet zelf naar Queenie brengen? Vooraleer hij het eigenlijk zelf goed beseft begint Harold aan een 800 km lange voettocht naar het noorden van Engeland. Als hij volhoudt, dan blijft Queenie beslist leven.
Harold heeft nauwelijks enige conditie en al helemaal geen ervaring als wandelaar. Wat hem vooral op de been houdt zijn de talloze ontmoetingen met wildvreemden aan wie hij zijn verhaal kwijt kan. De mensen onderweg sporen hem aan, zorgen af en toe voor wat voedsel of overnachting, maar meestal is Harold toch op zichzelf aangewezen. Bij stukken en brokken speelt de film van zijn leven door zijn hoofd en overwint hij kleinere en grotere moeilijkheden.
Prachtig verhaal, heerlijk verteld. Uitgegeven in dwarsliggerformaat, wat een extra dimensie geeft aan het lezen onderweg.