In de afgelopen jaren pende Lydia Verbeeck een mooie en boeiende reeks historische thrillers bij elkaar. Ook nu weer speelt haar geliefde Lier een belangrijke rol. Toch maakt ze een voor haar doen behoorlijke uitstap naar Gistel. Een van de hoofdrolspelers, een Italiaanse koopman woonachtig in Lier, is er immers in geslaagd om een adellijke titel te kopen, euh verwerven: heer van Gistel.
Bovendien wil die koopman -sorry, heer- ook wel de hemel aan zijn kant. Een paar prachtige glasramen voor de grote kerk van Lier kan helpen om wat van zijn aardse zonden weg te poetsen, moet hij gedacht hebben. Dat de portretten van hemzelf en zijn familie een belangrijke plaats krijgen op die glasramen beschouwt hij wellicht als normaal met de gebruikelijke adellijke hoogmoed. Vandaag heet zoiets sponsoring, maar het blijft ook een beetje zelfverheerlijking.
Eeuwen later blijken die glasramen nog steeds belangrijk voor wie ze via diefstal in zijn bezit kreeg. De auteur switcht over en weer tussen de zestiende eeuw en de beginjaren van de twintigste eeuw. Het leven van de Italiaanse koopman, pardon adellijke heer, blijft belangrijk net als de sanering van zijn aanvankelijk wat haveloze eigendommen in het verre Gistel. Dichter bij onze tijd zijn er natuurlijk ook nog de ooit gesponsorde glasramen.
Ik hou van de verhalen die Lydia Verbeeck verzint tegen een historische achtergrond, maar dit is niet meteen haar beste. Misschien was ze toch beter helemaal in Lier gebleven en had ze ook geen Italiaan moeten importeren? Geef mij maar "Toevluchtsoord" bijvoorbeeld.