Wellicht werd er niet eerder een poging ondernomen om de geschiedenis van de goochelarij in België te boek te stellen. De auteurs, vader en zoon en allebei goochelliefhebbers, grasduinden in hun database van 1200 oude goochelaars en gunden 250 daarvan een plaatsje in deze uitgave. Van de meesten onder hen krijgt de lezer een zeer summiere schets uit hun goochel-leven, vaak geïllustreerd of aangevuld met een anekdote. Ietwat mager. En neen, uitleg over enkele trucs moet je niet verwachten.
Het boek is bevolkt met flink wat wonderlijke figuren: goochelaars, goochelaars, tovenaars, waarzeggers, hypnotiseurs, illusionisten, mentalisten, fakirs, transformisten, ... De ene eerlijk als goud, de andere eerder horend tot het gild van de bedriegers. Wat de meesten in ieder geval gemeen hebben zijn hun fantasierijke namen: La Fée aux Oiseaux, Ki-Lu-Kri, Loempia Mao, Doble Mandoble, Fria-Ned, Leopoldo Fregoli, Niuq-sar, ...
De makers van deze uitgave melden zelf dat ze geen schrijvers zijn, maar hun poging is alvast verdienstelijk te noemen. Waarom deze uitgave een Voorwoord, een Inleiding, een Proloog, een Epiloog en een Dankwoord bevat is een beetje een raadsel. Eigen aan het onderwerp?
Een zeer interessant en fraai aspect van deze mooi ogende uitgave zijn de talrijke affiches, strooibriefjes (hier flyers genoemd...) en foto's uit lang vervlogen goocheljaren. Het Huis van Alijn leverde hieraan een mooie bijdrage.
Ondertitel: "De geheime goochelgeschiedenis van België".