Bij uitgeverij Atlas verscheen deze omvangrijke bundel reisverhalen van Nederlandse ontdekkingsreizigers en onderzoekers. De nadruk ligt vooral op het natuurhistorische aspect. Dit was in de 19de en het begin van de 20ste eeuw een bloeiend genre binnen de reisverhalen. Bij de samenstelling zijn geen verhalen of fragmenten uit recente uitgaven opgenomen. Het boek is een leesuitgave, geen wetenschappelijke publicatie. De teksten zijn “hertaald”, dit wil zeggen dat de spelling en de verouderde naamvalsvormen en dergelijke zijn aangepast. In onbruik geraakte woorden zijn door hun hedendaagse equivalent vervangen. Toch is getracht om de sfeer te handhaven en sommige karakteristieke bewoordingen te bewaren. Waar nodig zijn verklarende noten toegevoegd, die men achteraan in het boek terugvindt.
De redacteur heeft bewust gekozen voor vlot leesbare fragmenten. Uit het werk van de oorspronkelijke auteurs zijn enkel die verhalen gekozen die voor een groot publiek toegankelijke literatuur bevatten. Droge opsommingen en technische stukken zijn bewust weggelaten.
De verhalen zijn in groepen gerangschikt naar hun geografie, binnen elke groep zijn de fragmenten chronologisch gerangschikt. De samensteller geeft bij het begin van elk verhaal een inleiding over de auteur en het beschreven gebied. Afsluitend krijg je van elke auteur een beknopte biografie. Het boek is summier geïllustreerd met kaartjes.