Van Dale publiceert een resem "Beeldwoordenboeken voor op reis" in uiteenlopende talen. Met die handige boekjes kan je naar allerhande buitenlanden waarvan je de taal compleet niet kent, maar je kunt het ook gebruiken wanneer het juiste woord niet te binnen schiet. Tot zover het klassieke gebruik van beeldwoordenboeken. In die reeks zit er evenwel ook een uitgave rond het Nederlands en dat kan nuttig zijn voor "binnenlands" gebruik.
Regelmatig ontmoeten we onderweg in eigen land mensen die het Nederlands (nog) niet machtig zijn. Zeker in ietwat grotere steden lopen er diverse cursussen en opleidingen voor mensen die onze taal willen leren. Nogal wat van die "leerlingen" moeten beginnen met ons alfabet aan te leren. Begin er maar aan als je al een zekere leeftijd hebt! In contacten met die mensen kan een "Beeldwoordenboek Nederlands" een interessante rol spelen. Probeer eens om begrippen als spiegelei, kruippakje, rijstkoker, spaarlamp, middenberm, ... uit te leggen aan iemand die nog maar zijn eerste stappen zet op het toch wel moeilijke pad van het Nederlands.
Deze handige uitgave bevat 1500 vaak voorkomende woorden uit het dagelijkse leven, allemaal voorzien van een afbeelding. Nuttig is ook dat meteen het juiste lidwoord vermeld wordt. Voor een gesprek met een al ietwat gevorderde student (alle leeftijden) Nederlands bevat dit boekje ook een aantal veelgebruikte zinnetjes.
Behalve het boekje zelf gebruiken in je contacten met anderstaligen, kan je hen ook een exemplaar cadeau doen. Je mooiste beloning bestaat erin dat ze bij een volgende ontmoeting trots een aantal nieuwe woorden laten horen. Toegegeven, lang niet alle anderstaligen zijn even leergierig (ga maar eens over de taalgrens). Maar er zijn ook ontzettend veel anderstaligen, ook mensen met niet-Europese achtergrond, die ontzettend hard hun best doen om onze taal met haar vele regeltjes onder de knie te krijgen.