In dit leuke boek vertelt
Achilles Cools over zijn natuurobservaties van de goudvink. Het is altijd interessant om over de
bevindingen van vogelaars te lezen en hiervan te leren. Zo is de goudvink
zelden te zien in Vlaanderen en Nederland.
Maar ze zijn er wel. Het grote verschil tussen een mannetje en een
vrouwtje is de kleur. Het mannetje is
uitzonderlijk mooi en het vrouwtje is muisgrijs. De ene mag opvallen, de andere is liefst
onherkenbaar. De enige uitzondering op deze mannetjespracht is de Azorengoudvink. Hoe dit komt is nog niet achterhaald maar op
de Azoren zijn beide geslachten muisgrijs.
Een ijverig koppeltje kan
tot drie legsels in een seizoen broeden.
De jongen onthouden hun geboorteplaats en keren in het broedseizoen
terug naar hun roots. Net zoals de
gierzwaluw!
Het observatorium van de
schrijver bevindt zich op de eenvoudigste plaats die er is. Zijn eigen tuin. Dit groen plekje wordt speciaal ingericht om
vogels en meer specifiek, de goudvink, te lokken. Er is een vijvertje aangelegd om veel
verschillende vogelsoorten aan te trekken. Diverse voederplekjes, kamperfoelie,
lijsterbes en dichte struiken zorgen voor gevarieerd eten en een veilig
onderkomen. De schrijver ondervindt op
die manier zelf dat vogelkijkplezier meestal start in de eigen tuin. Zelf heb
ik enkele tips uit het boek toegepast in mijn eigen tuin. En na enkele dagen had ik al meer vogels op
bezoek!
De zoektocht naar de
goudvink kan starten. In de eigen tuin of onderweg in de Lage Landen tot zelfs op
de Azoren!