Het in vroegere tijden hunkeren naar kennis wordt vandaag wetenschap genoemd. Vanaf de eerste gedachte is alles doorspekt met filosofische vooringenomenheid, machtspositie en geld. Vierhonderd jaar voor Christus is door Aristarchus reeds geweten dat de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel. Toch duurt het tot de 16e – 17e eeuw alvorens Galileo Galilei, met veel weerstand vanuit de kerkelijke hoek, de strijd kan winnen en de theorie van de aarde als middelpunt van ons zonnestelsel volledig aan de kant wordt gezet.
De opvatting van bijvoorbeeld filosoof Aristoteles hield zeer lang stand. Hij beweerde dat alles samengesteld is uit de vier elementen lucht, aarde, vuur en water, én voegde er een vijfde element ether aan toe om zijn onwetendheid te kunnen verklaren. Deze opvatting maar ook die van andere tijdsgenoten vielen natuurlijk in de smaak van het geloof en werden daarom eeuwenlang als onweerlegbaar aanvaard. In het eerste hoofdstuk van dit boek dat handelt over de kosmos maken we een reis van de kennis vanuit het meditteraans gebied, via Arabië, naar het Aziatische continent om uiteindelijk, langs dezelfde weg terug, in Engeland te belanden.
De schrijvers wekken de indruk dat Engeland de bakermat is van de wetenschap, dat zit me niet lekker omdat wetenschap niet afgebakend wordt door landsgrenzen. Vele Engelse wetenschappers komen dan ook uitgebreid aan bod alhoewel de basis te vinden is bij niet-Engelse wetenschappers. Mosley en Lynch hebben weliswaar ook oog voor niet-Engelse wetenschappers. Zo vermelden ze Copernicus die het element Copernicium nr. 112 (Cp) krijgt in de tabel van Mendeljev. In de tabel eronder (zie p. 81) staat het juiste symbool voor het element 112 nl. Cn. De naam van Mendeljev, grondlegger van de tabel, wordt nergens vernoemd.
Vesalius krijgt zijn gepaste waardering, uitgeschreven over één pagina. Zijn werk krijgt veel weerstand door de onwetenheid van anderen. We spreken nu over de zestiende eeuw. Een eeuw waarin nog veel mensen stierven door gebrek aan hygiëne bij het behandelen van ziektes.
Hoofdstuk 2, materie, tot hoofdstuk 6, bewustzijn, beschrijven de verdere ontwikkeling van de kennis. Hierbij spelen tijd, plaats en toeval hun rol. Wetenschap wordt een echt vak. Qua inhoud wordt echter de evolutie van de wetenschap, het hunkeren naar kennis, duidelijk uitgelegd. Tien quintiljoen blijkt een 1 met 19 nullen te zijn alhoewel 1 quintiljoen een 1 met 30 nullen is (zie p.98) of 1 picometer is een triljoenste van een meter (p. 58)?! Het verschil in euro’s mogen de schrijvers altijd op mijn bankrekening storten!
Ondertitel: Geschiedenis van de wetenschap