Dankzij talrijke natuurverenigingen worden de tuinvogels meer en meer in de kijker geplaatst. Vooral over het voeren vogels is er nog veel te leren. Er zijn heel wat argumenten, voor en tegen, over deze activiteit. Maar de ja-stemmen halen het van de tegenstanders. In deze gids vind je alles wat nodig is om naar vogels te kijken en dat is vooral veel geduld, observeringsvermogen en tijd. Wist je dat de snavelvorm het soort voedsel bepaalt?
De juiste locatie van de voederapparaten blijkt heel belangrijk te zijn. Evenals de inrichting van een vogelvriendelijke tuin. Struiken met eetbare bessen en klimplanten zijn noodzakelijk voor lekker eten en nestmogelijkheden. Je kan zelf aan de slag met de doe-het-zelf-tips over het bouwen van eenvoudige voerderhuisjes, voederplanken en nestkastjes. Ook mengsels van vet en zaden leer je zelf te maken. Het grootste deel van dit boek wordt voorbehouden aan vele vogelsoorten. Elke pagina heeft dezelfde opbouw zoals de wetenschappelijke- en Nederlandstalige naam, algemene informatie over de soort en het leefgebied, de spanwijdte, informatie over het voedsel, de waarnemingstijd en de broedtijd. De verspreiding lees je af van de distributiekaart. Op de binnenzijde van de achterflap vind je een prototype van een vogel met de belangrijkste lichaamsdelen en veerpartijen.
Ik ben benieuwd welke vaste stamgasten en welke onregelmatige gasten bij mijn voerderhuisje zullen komen!
Ondertitel: Tuinvogels herkennen en beschermen