Een eeuw intensief onderzoek naar nieuwe soorten van vleermuizen leert ons hoe weinig we tot nog toe van deze dieren weten. Er valt nog heel wat te ontdekken over het gedrag, de biologie en de biogeografie van deze nachtdieren. Dit boek bevestigt de noodzakelijkheid om de bestaande kennis samen te brengen en de de vleermuis te beschermen tegen biotoopverlies door bijvoorbeeld infrastructuurwerken en het toenemende verkeer.
Vleermuizen hebben een aantal boeiende eigenschappen die in deze uitgave extra in de verf gezet worden. Zo zijn ze de enige zoogdieren die actief vliegen. De zaadcellen kunnen vele maanden overleven; ze hebben dus zowat hun eigen IFV-systeem. Nog steeds heel opmerkelijk is hun ultrasone echolocatiesysteem. Geen enkel ander zoogdier ontwikkelde zo’n verscheidenheid aan verschillende ecologische niches. Er zijn onder andere insectenjagers, vlees- vruchten- en bladeters en anderen eten dan weer nectar of stuifmeel.
51 soorten, en hun soortenbeschrijvingen, uit Europa, Noordwest-Afrika, de Atlantische eilanden en het westelijk deel van Klein-Azië worden behandeld. Aan de hand van ontzettend veel foto’s, tekeningen en verspreidingskaarten krijgt de lezer een volledig overzicht van de laatste waarnemingen en onderzoeken. Er is ook een verklarende woordenlijst toegevoegd en een adressenlijst van organisaties die zich bezig houden met onderzoek en bescherming van vleermuizen. Met deze uitgave is je kennis over dit nachtdier weel helemaal up-to-date!
Ondertitel: Alle soorten van Europa en Noordwest-Afrika