De auteurs onderzoeken uitvoerig drie bossen in de Antwerpse Kempen: het Zoerselbos, het Gierlebos en het Peerdsbos. Ze beperken zich hierbij niet tot de natuur- en landschapsaspecten, maar graven veel dieper en grondiger.
De geschiedenis van de bossen is daarbij één van de belangrijke aspecten, maar beperkt zich niet tot een overzicht van de eigenaars en kaartjes met een overzicht van de inkrimping van het bos in de loop der tijden. Sara Adriaenssens en Kris Verheyen hebben bijvoorbeeld oog voor het gebruik van het bos doorheen de eeuwen. Wat deed de mens met de "opbrengst" van het bos: brandhout, timmerhout, schors, houtskool, ... Hoe zat het met de herbebossing? Hoe verliep het beheer?
Een bos is niet altijd "een plek met bomen", maar er zijn ook heidegebieden, weilanden, enz... Ook daar was er opbrengst; turf en voedsel voor dieren om er slechts enkele te noemen. Daarnaast is er bijvoorbeeld ook nog de jacht en hier en daar ook visvangst. Bossen vragen beheer. Wat doe je als er een rupsenplaag is? De rupsen plukken bleek een optie.
Eveneens erg interessant zijn de bevindingen van de auteurs omtrent de cultuurhistorische aspecten van bossen. Deze reiken verder dan het onderzoek van de toponiemen. Er zijn bijvoorbeeld volksverhalen, maar ook materiële elementen als de aanleg van beemden, boswallen, vijvers en rabatten. Het lijkt me heerlijk om een bos te "lezen". De auteurs bieden ons alvast de brillen daarvoor.
Schitteren en leerrijk boek. Mochten de auteurs nog enkele bossen willen doorgronden, graag!