“Een vogelboek, op maat gemaakt voor kinderen, maar ook geschikt voor volwassenen”; zo kan je in één zin deze uitgave samenvatten. Er staat geen saaie opsomming van vogelsoorten in. Wél vind je er interessante en boeiende weetjes terug. Zoals over het usutuvirus dat de merels ziek maakt of de bestrijding van de buxusmot die de mezenfamilie sterk uitgedund heeft. Het boek is iets groter dan een A4-formaat en dat wordt ten volle benut door de bijna paginagrote foto’s. De foto’s zijn om ‘U’ tegen te zeggen! Prachtige kleuren en héél gedetailleerd. Nog nooit zag ik zo’n mooie foto’s van een Heggenmus of een IJsvogel!
Zelfs voor volwassenen is het boek heel leerrijk en fijn om te lezen/bekijken/genieten. Zo leerde ik dat de boomklever een nestje metselt voor zijn vrouwtje waarvan de opening soms zo klein is dat er enkel het voeder kan doorgegeven worden voor de kleintjes. Wist jij dat de Brilduiker en de Doodaars familie zijn van de Fuut? Ik niet. Alweer wat bijgeleerd. Het winterkoninkje in mijn tuin zal er ook op vooruitgaan nu ik gelezen heb dat ik zijn voeder beter op een beschutte plek op de grond strooi in plaats van vol in het zicht op een voederplank.
Wil je weten of er een verschil is tussen een Oehoe en een Arend uil, wat de topsnelheid is in duikvlucht van de Slechtvalk of waarom een gevechtspiloot het niet kan halen van een Slechtvalk en waarom de Wilde eend van grondelen houdt? De antwoorden op deze vragen, en veel meer, vind je in dit sjieke vogelboek!
Een tof boek voor jonge en oudere vogelliefhebbers.