450 soorten vogels worden in dit gidsje beschreven. Je vind er alle Europese broedvogels terug samen met de standvogels, doortrekkers, dwaalgasten, zomer- en wintergasten. Dit boek tracht technische termen te vermijden maar soms zijn ze onvermijdelijk zoals bij de topografie van de vogel. Deze staat vooraan in het boek. Op de tekeningen staan de kenmerken mooi aangeduid zoals de oogstreep, de handpennen, de kleine dekveren, de tertials en de keel.
De vogels zijn ingedeeld in negentien groepen waaronder de roofvogels, uilen, lijsters, zangers en vliegenvangers, steltloper, duikers en futen, mezen, boomkruipers en boomklevers. Elke soort is afgebeeld in de vlucht en in rust en dit vanuit verschillende poses. In de zeer uitgebreide legenda vind je onder meer het soort habitat terug, het geslacht, de lengte, de spanwijdte en het gewicht.
In de soortbeschrijving staan ook de verschillen in uiterlijk tussen mannetjes en vrouwtjes. Achteraan in het boek is er een register op de Nederlandse naam. Dit is een handzaam boekje voor onderweg.