Tussen alle natuurboeken vind je af en toe eentje met het ‘serieuzere’ werk. Dit is geen afbreuk aan de andere gidsen maar hiermee benadruk ik het ‘studieaspect’ in deze boeiende uitgave. En toegegeven van de libellen wist ik vooraleer ik dit boek gelezen had zo goed als niets. Maar dat was ook niet nodig want deze uitgave is geschreven voor zowel liefhebbers als onderzoekers. Iedereen die geïnteresseerd is in de wereld van de insecten zal plezier beleven aan de wereld van de libellen.
Allereerst lees je meer over de libellenstudie, het gedrag en het voorkomen, de habitat en de determinatie. Een belangrijk hoofdstuk handelt over de subordes, familie en genera. Je leert onder meer een onderscheid maken tussen subordes juffers en echte libellen, tussen juffer families en tussen genera en echte juffers.
In de libellen-regiogids vind je suggesties om een bezoek te brengen een goede libellengebieden. Er is ruime keuze tussen 40 landen. Van Noorwegen in het hoge noorden tot het Maghrebland Tunesië. Zoek je het dichter bij huis dan kan je op tocht in Hageven – Neerpelt, de Teut – Zonhoven, de heidegebieden van Kalmthout of Plateau des Tailles in Baraque de Fraiture.
De soorten worden zoveel mogelijk gegroepeerd om het vergelijken te vergemakkelijken. Bovenaan links staat de wetenschappelijke naam en bovenaan rechts lees je de Nederlandse benaming. Hieronder is een mooie en duidelijke foto van het diertje geplaatst. De tekst eronder is opgedeeld in determinatie, gedrag, en kenmerken. Het verspreidingskaartje geeft aan waar je de libellen kan terugvinden.. De schaal van de illustraties is 1,8x voor juffers en 1,4x voor echte libellen.
Onmiddellijk toen ik dit boek ter hand nam dacht ik aan het gedicht ‘ Het Schrijverke’ van Guido Gezelle: ‘O krinklende winklende waterding met ’t zwarte kabotseken aan’. Maar die tekst gaat over een soort watertor … ;-).
Ondertitel: Veldgids met alle libellen tussen Noordpool en Sahara