Je ziet ze, maar je herkent ze niet. Zo vergaat het de leek-vogelkenner wel vaker. Dat er zoveel soorten het zwerk bevolken is een gemakkelijk excuus, moet de auteur gedacht hebben. En hij stelde een relatief eenvoudig boek samen waarin de meest voorkomende Europese vogelsoorten een plaatsje kregen. Gemakshalve worden de diertjes dan eens onderverdeeld naar hun plaats van voorkomen: in de tuin, op het platteland, in wat nog wildernis genoemd wordt en in nabijheid van water (kust- en moerasvogels).
Ja, veel namen ken je wel: boerenzwaluw, merel, spreeuw, ekster, kauw, kievit, tapuit, Jan-van-gent, scholekster, kluut, … maar hoe identificeer je ze allemaal? De gestileerde illustraties in deze uitgave kunnen vast een hulpmiddel zijn. Verder vertelt Stuart Cox over hun gewoonten, hun kenmerken, hun gezang, enz... Om veel vogels te herkennen moet je ook veel "oefenen", dus geeft de auteur tips over hoe je er meer naar je tuin of parkje kunt lokken.
Eieren en hun uitzicht kunnen natuurlijk ook veel vertellen, maar het lijkt me toch al moeilijker om die te vinden. Laten we het liever bij kijken en horen houden. Daartoe krijgt de lezer trouwens hulpmiddelen aangereikt. Mede dankzij de leuke, kleurrijke illustraties zullen ook jongere vogel-kijkers zich aangesproken voelen door dit prettige boekje.
Ondertitel: "60 Europese vogelsoorten in woord en beeld".