Weinig mensen, laat staan auteurs, hebben zulk een felle en innige band met landschappen als Willem van Toorn. Niet alleen "leest" en begrijpt hij landschappen, hij kan hun uiterlijk en hun wezen ook vatten in uitermate fraaie beschrijvingen. Uit zijn sterke band met landschappen vloeit ook zijn verontwaardiging, ja zelfs strijdlust, voort wanneer hij ziet hoe een landschap wordt aangetast om economische redenen, zeg maar omwille van "de vooruitgang". Misschien nog feller windt hij zich op wanneer de aantasting van landschappen behandeld of beslist wordt van overheidswege, zeg maar van achter een bureau.
Natuurlijk beseft de auteur ook dat een landschap niet kan onveranderd blijven. Het lijkt wel of hij, een beetje namens de landschapsminnaars, die veranderingen wil helpen begeleiden en sturen. Daar heeft de man wel degelijk een punt: de evolutie van landschappen is niet alleen zaak van economen, geografen, ondernemers en planners, maar ook voor mensen die oog hebben voor de schoonheid ervan, ja misschien wel de ziel.
In deze uitgave bekijkt hij de evolutie van een aantal landschappen, bijvoorbeeld een aantal ervan die eerder geportretteerd waren door schrijvers. Niet alleen Nederlandse landschappen komen aan bod, maar onder andere ook dat van de Kapellekensbaan van Louis-Paul Boon en een Iers landschap.
Lees mee hoe Willem van Toorn landschappen leest en je krijgt vanzelf meer oog voor landschappen en de waarde ervan, met name vooral de niet-economische waarde.