Tijdens mijn vele fietstochten en wandelingen constateer ik dikwijls hoe weinig ik van de natuur weet. Het Handboek Vogels van Nederland is een goede aanzet om hier iets aan te doen. Het opzet van dit boek is om alle 286 in Nederland voorkomende vogels te bespreken, gaande van de broedvogels én de algemene en schaarse zomergasten, de zeldzame, de doortrekkers en de regelmatig voorkomende soorten.
Per vogel bespreken de schrijvers, Luc Hoogenstein en Ger Meesters, de herkenning, het voorkomen, de trek, het leefgebied, de voorplanting en de gevoeligheden. De werkelijk mooie foto's en prachtige illustraties helpen je om de avifauna te ontdekken.
En of ik wat opgestoken heb! Zo weet ik nu dat de broeperiode niet enkel in mei plaats vindt, maar afhankelijk van de soort start in februari tot midden juni. En dat meerdere patrijsvrouwtjes tegelijk een nest gebruiken, de papegaaiduiker in Nederland overwintert, de turkse tortel 4 à 5 legsels op een jaar heeft, de oehoe in Zuid-Limburg voorkomt en dat de ijsvogel haar nest een kamer is, die zich bevindt aan het eind van een minstens 0,5 m lange uitgegraven tunnel in een steile oever.
De laatste decennia zijn er heel wat veranderingen geconstateerd in de vogelpopulatie. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn het gewijzigd gebruik van het landschap en de klimaatveranderingen. Wie had 40 jaar geleden kunnen denken dat vandaag de huiszwaluw en de huismus op de lijst van de bedreigde soorten zouden staan!