Niets zo
aangenaam om ’s morgens gewekt te worden door het vrolijke gefluit van de
merel. De officieel internationaal toegepaste benaming is Turdus merula. Maar ‘merel’ bekt toch wél makkelijker. Volgens de schrijver zijn het ‘makkelijke’ vogels. En dit omdat ze territoriaal gebonden zijn én
monogaam. Qua voedsel zijn de merels een
robuuste soort die alles eten, zowel dierlijk als plantaardig. Als tip geeft de
auteur nog mee dat deze vogels verzot zijn op rozijnen. Ondergetekende heeft onmiddellijk rozijntjes
in de tuin gestrooid. Resultaat? Noppes.
De rozijnen bleven liggen … maar de verschillende soorten besjes aan de
struiken werden des te gretiger gesmuld!
Deze
merelverhalenboek staat boordevol weetjes.
Bosmerels verspreiden zaden van diverse bessensoorten en dragen zo bij
tot de diversiteit van de vegetatie in het bos en van houtwallen. Hoe doen ze dat? Grote zaden worden terug
opgebraakt. Kleine zaden gaan in het
half uurtje langs de bek, via het darmstelsel en worden dan uitgepoept. Wist je
dat de merel sinds1962 de nationale vogel van Zweden is? Wist je dat bij het mannetje de tint van de
dieporanje bek, de maat geeft van zijn conditie? Je leest waarom de koekoek geen ei legt in
een merelnest, wat het verschil is tussen en bos- en een stadsmerel en hoe de
merels zich hebben aangepast aan het stedelijk klimaat.
Hay
Wijnhoven is een prima verteller. Het
dagboek dat hij al jarenlang bijhoudt is een onuitputtelijke bron van
anekdotes, verhalen, observaties en onderzoekjes.
Dit is een prima
boekje. Je komt meer te weten over
merelmonomanie, merelwereld, mereltaal en vijftig tinten zwart.