Eén vogel maakt de lente
niet, zegt het spreekwoord. Maar als de
koekoek arriveert weet de vogelkenner dat het voorjaar eraan komt. Nick Davies vertelt in dit boek over zijn 30
jaar lange onderzoek naar de koekoek.
Waarom pleegt de koekoek bedrog? Waarom legt de vrouwtjes koekoek haar
eitjes in het nest van een andere vogel? Hoe neemt zij de gastouders met haar
eieren in het ootje? Waarom ‘zien’ de
gastouders dit niet? Hoe legt het kuiken
van de koekoek haar pleegouders in de luren?
Op al deze vragen en nog andere heeft de schrijver een antwoord
gezocht. Voor zijn studiewerk trok hij
naar verschillende gebieden maar zijn belangrijkste onderzoeksgebied was ‘zijn
achtertuin’, in Wicken Fin, Cambridgeshire.
Het is één van de oudste natuurgebieden van Groot-Brittannië dat beheerd
word door de National Trust. Het werd Davies’ buitenlaboratorium.
Graspiepers, kleine karekieten,
boomklevers en witte kwikstaarten werden geobserveerd op het pleegouderschap
van de koekoek. Hiervoor werd
geëxperimenteerd met modeleieren.
Jarenlange observatie leidde tot heel wat conclusies over de
experimenten met verrassende ontdekkingen.
Onderzoeken met zendertjes zorgden voor heel wat nieuwe tot dan
onbekende, informatie. De trekroutes van koekoek leidden via de Noordzee, over
België, Spanje of Italië om uiteindelijk in Congo te overwinteren. Ook de gierzwaluw heeft in dit grote land haar
overwinteringsgebied.
Deze prima uitgave is een
zesde onderdeel van een Vogelreeks.
Eerder verschenen reeds werken over de gierzwaluw, de grutto, de kauw,
de rotgans en de slechtvalk.