Het kan interessant zijn om te weten waarom een schrijver een boek schrijft. Zo toch met deze auteur. Blijkt dat er verschillende drijfveren waren voor dit werk. Interesse in de natuur in het algemeen en tegelijkertijd woede. De eerste reden lijkt logisch, maar de tweede reden doet de wenkbrauwen fronsen. Woede? Ja, vertelt de schrijver, Martin Hermy, omdat er nog steeds bomen gekapt worden: in tuinen, om plaats te maken voor zonnepanelen, om de schuld van ongevallen op de weg en om bezorgdheid over de klimaatverandering.
Waar kan iedereen zelf aan een beter bomenbeheer bijdragen? Juist. In de eigen tuin. Door dit boek wordt de lezer geïnformeerd om goede keuzes tussen de verschillende boomsoorten te maken. Want de eigen tuin is een beperkte ruimte. Een jong boompje van 1 à 2 meter kan na tientallen jaren een reus van een boom worden én daarom misschien te groot voor de tuin én voor overlast bij de buren zorgen. De lezer wordt, door de opgebouwde structuur van dit werk, als vanzelf geleid naar een goede oplossing voor de eigen tuin. Met aandacht voor een goede verhouding tussen mens, tuin en boom.
Eerst komen de verschillende bomen aan bod met taxonomie en diversiteit, inheems of uitheems, boomgroei en boomgrootte. En daarna is er de groeiplaats. Met vooral aandacht voor de bodem en de bodemcondities. De symbiose van boom en tuin zal het resultaat van de boomkeuze bepalen. De selectie kan bestaan uit zuilvormige bomen, bomen tolerant voor natte bodems, bomen met eetbare vruchten of bomen met welriekende bladeren. Achteraan in dit werk is een uitgebreid register van alle boomsoorten mét een beknopte, maar waardevolle beschrijving.
Deze bomengids staat boordevol praktische tips en interessante informatie over meer dan 570 boomsoorten.