De Dahlia komt oorspronkelijk uit Mexico, waar ze in het wild voorkwam. Ze is vernoemd naar de Zweed Anders Dahl die de bloem voor het eerst beschreef. Deze uitgave bevat alle informatie die nodig is om vanaf de Dahliaknol tot mooie (pluk)bloemen te komen. Je leest en leert ook hoe je Dahlia’s kan kweken, stekken en nadien uitplanten in de tuin. Maar je kan ook gewoon de knollen direct planten. De Dahlia komt voor in diverse vormen waaronder de pompoendahlia, halskraagdahlia, de pioendahlia en de cactusdahlia.
Tips die de schrijver, Angelo Dorny, aanreikt zijn van belang om tot een mooi resultaat te komen. Hij gebruikt turfvrije potgrond en drukt erop, gezien de Dahlia een vorstgevoelige plant is, om te wachten met planten tot na de ijsheiligen, tenzij er eerder geen nachtvorst is. Na zo’n twee weken komen dan de eerste scheuten piepen. Belangrijk om weten is dat de Dahlia niet bestand is tegen extreme hitte en droogte, niettegenstaande ze van een zonnig plekje houdt.
De auteur drukt op het belang van de wijsheid ‘snoeien doet groeien’ voor alle Dahliasoorten. Het wekelijks wegknippen, van de uitgebloeide bloemen én een flink stuk van haar steel, zorgt voor nog meer bloemen. Dahlia’s bloeien een hele zomer en herfst. Tot de eerste nachtvorst. Dan is het Dahliaseizoen voorbij en moeten de knollen eruit. Tot de volgende lente.
Dit boek is een mooi, verzorgde uitgave met talrijke foto’s van de verschillende variëteiten. De helft van dit werk is besteed aan de vijftig favoriete soorten van de schrijver. Met aandacht voor bijzonderheden, plukkwaliteiten, grootte en plantondersteuning nodig of niet. De meeste Dahlia’s blijken niet aantrekkelijk voor bijen, hommels en vlinders. Behalve de Waltzing Mathilda, Totally Tangerine en Shipper’s Bronze. Bovendien blijken deze soorten ook geschikt om in potten te planten. Da’s mooi meegenomen op kleine oppervlakten als een terras of een balkon.
Ondertitel: "Ode aan de koningin van de pluktuin".