We spreken dezelfde taal in België en Nederland. het Nederlands. En toch begrijpen we mekaar niet altijd. Zo zijn er misverstanden om hetzelfde woord dat in Vlaanderen een andere betekenis heeft dan in Nederland. En vice versa. Om een voorbeeld te geven: de ‘middag’ is in Vlaanderen zo tussen 12u en 13u à 13.30u. In Nederland duurt de ‘middag’ veel langer, van 12u tot zo’n 18u. Hierdoor kunnen, door onwetendheid, misverstanden ontstaan.
Ook de klemtonen op woorden kunnen anders zijn. Zo zeggen we in Vlaanderen NIEUWjaar en in Nederland nieuwJAAR. Het is toch frappant dat in twee zulke kleine landjes, de inwoners dezelfde Nederlandse taal anders gebruiken en uitspreken. Denk maar aan de woorden tram en dossier. In Vlaanderen spreekt men het uit zoals het geschreven staat, In Nederland wordt dit trèm en dosjee.
Het verschillend gebruik van lidwoorden en voorzetsels voelt toch vreemd aan én komt daardoor ook fout over. En dit vermoedelijk aan beide kanten van de landsgrenzen. We moeten er ons dus van bewust zijn dat de Nederlandse taal varieert en dat bijvoorbeeld de-woorden en het-woorden verschillend gebruikt worden en niet als fout mogen ervaren worden. Een mooi voorbeeld. De Vlaming zegt: de kroost zit in de trein. En de Nederlander zegt: het kroost zit op de trein. Beide zinnen zijn dus, merkwaardig genoeg, correct!
‘Buurtaal’ is een heel goede leidraad om het ‘juiste’ (=lees: het meest gangbare) Nederlands te gebruiken in Vlaanderen en Nederland. Want de betekenis van een zin kan soms merkbaar verschillen. ‘Je kunt best’ : betekent aanraden in Vlaanderen. ‘Je kunt het beste’ : betekent in staat zijn in Nederland.
Dit ‘talige’ boek behandelt de taalvariatie, de historische achtergrond van de taalontwikkeling, de cultuurverschillen en de nuances. Die nuances en verschillen kunnen leiden tot hilariteit, onbegrip en discussies. Maar het opzet van dit werk is duidelijk. Mekaar beter leren kennen en daardoor verbindend werken. De Nederlander zegt daarom: dank je wel! En de Vlaming zegt: dikke merci!.