Wat de gemiddelde Nederlandsprekende tijdens zijn of haar school- en studiejaren opsteekt over de geschiedenis van onze taal is niet bijster veel. Niet dat ik er meteen voor pleit om ook over dit thema enkele alinea's toe te voegen aan de eindtermen of andere kennisvereisten. Maar een ietsiepietsie meer dan vandaag zou het toch wel mogen zijn.
Laat me duidelijk zijn, deze uitgave is niveau-gewijs toch wel enkele stappen hoger dan het gemiddelde kennispeil dat ik voor ogen had, maar o zo leerrijk. Kennis over en ontwikkeling van een taal is taaie materie, zeker wanneer een periode van 15 eeuwen moet gebundeld worden in enkele honderden bladzijden. Ook wanneer je van je taal houdt is dit stevige kost, maar na het doorbijten volgt de beloning: de kennis, het weten.
Een belangrijke conclusie van de auteur is dat de vorm van het huidige Nederlands voor een flink part te danken is aan migratie en taalcontact. Eeuwenlang werd onze taal verrijkt met woorden en spellingsvormen uit andere talen. Houden we er daarom minder van of gebruiken we minder graag? Wist je bijvoorbeeld dat onze taal talloze woorden van Arabische herkomst telt? Enkele van de meest gebruikte zijn koffie, suiker, algebra, alcohol, caravan, oranje, gitaar, andijvie, magazijn, amalgaam, ...