Koos Dijksterhuis gaat op stap in 12 zeer uiteenlopende landschappen en maakt de lezer deel van zijn waarnemingen. Naargelang het type landschap ontdek je andere bloemen, insecten, planten, zoogdieren, etc...Ook wanneer je eenzelfde landschap in een ander jaargetijde bezoekt zijn er uiteenlopende waarnemingen: andere kleuren, de aan- of afwezigheid van bepaalde vogels, etc...
Aan de hand van het relaas van de auteur krijg je een beeld van wat je mag verwachten in een bepaald type landschap. Wanneer de auteur iets waarneemt in een bepaald landschap, bijvoorbeeld een heikikker, dan heb je geen garantie dat je die ook gaat zien, maar je weet wel naar wat je moet uitkijken. Als je vooraf geen idee had van het uitzicht van een heikikker, dan zou het ook moeilijk zijn er eentje te spotten.
Wat deze gids je vooral leert is je ogen open te houden. De auteur vertelt wat er zoal te zien valt in beekdalen, weilanden, moerassen, op de heide, nabij plassen, etc... Het is aan de lezer om uit te kijken en eigen waarnemingen te doen. Leerrijk!
Wat je wel kan doen, bij wijze van "oefening" is op pad gaan in uitgerekend die Nederlandse landschappen die Koos Dijksterhuis ook aandeed, maar hou er rekening mee dat zulks niet de hoofdbedoeling van deze gids is. Je krijgt weliswaar een summier kaartje, maar verwacht geen gedetailleerde routebeschrijvingen.