Vier wandelingen om Maastricht te ontdekken dat is het opzet van dit handzame boekje. Bij elke route is er een duidelijk stadsplannetje met aanduiding van de mooiste bezienswaardigheden. Er wordt veel achtergrondinformatie gegeven bij de gebouwen, pleinen, musea, parken en bijzonderheden onderweg. Achteraan in het boek vind je alle praktische informatie die een toerist nodig heeft in verband met openbaar vervoer, parkeren, winkelen, overnachten, en eten en drinken.
De eerste wandeling brengt je naar het historisch centrum. Het is een mooie lusroute van 3,5 km rond het Onze-Lieve-Vrouweplein met haar mooie lindebomen, het Vrijthof en de Markt. Op het Vrijthof staan de katholieke Sint-Servaasbasiliek en de protestantse Sint-Janskerk broederlijk naast mekaar. Misschien is het daarom dat het steegje ertussen Het Vagevuur genoemd wordt J. Een aanrader op deze wandeling is de Lage Kade van de Maaspromenade.
Het oude met het nieuwe combineren ervaar je op een lusvormige wandeling van 4 km. De route ligt tussen het station en de Maas. Je wandelt doorheen de oude wijk, ’Wyck’, genoemd en de nieuwe wijk, ‘Céramique’. Via de Hoeg Brögk (Hoge Brug) is er aansluiting met het historisch centrum. Je wandelt langs mooie plekjes zoals de herbouwde Maaspunt, het Waterpoortje, de avenue Céramique en de toren van het Bonnefantenmuseum.
Langs de rand van de binnenstad is de derde wandeling van zo’n 6 km lang. Ik vind het een leuk gegeven om te wandelen in facetten van diverse stadsparken. Onderweg krijg je van de schrijver veel uitleg over het Frontenpark dat een beschermd natuurmonument is met een oud complex van verdedigingswerken. Na deze wandeling ken je het verhaal achter de Hellepoort, de stadsomwalling langs het ‘Lang Grachtje’ en is er misschien nog tijd over voor een bezoek aan het natuurhistorisch museum.
De vierde en laatste route is geen stadswandeling. Het is een grensoverschrijdende wandeltocht tussen Nederland en België. Ze brengt je door unieke natuur, langs grotten, groeven en wijnranken. Uitzonderlijk onderweg zijn de Oehoevallei, het kasteel Neercanne én het uitzicht op de Maasvallei.
Het is altijd fijn als je in een wandelboek nieuwe ontdekkingen doet. Voor mij zijn dit de vloer van de Sint-Janskerk die bedekt is met vele grafstenen, de gerenoveerde fabriekshal ‘Webengahal’ en de grotten van de Jezuïetenberg
In de inleiding staat dat Henric van Velde Nederlands’ oudste dichter is. Beter was dat er geschreven stond: Hendrik van Velde is de eerste volkstalige schrijver van de Lage Landen, want geboren in Spalbeek, deelgemeente van Hasselt in Belgisch-Limburg.
Veel wandelplezier met deze wandelgids.