Dit kleine boekje met omslag in stijlvolle blauwe kleur lijkt de strijd te willen aangaan met de talrijke uitstekende, goede en andere wandelgidsen die je in de boekhandel aantreft. Heb je wel een wandelgids nodig; zeker wanneer je de wijde natuur intrekt? In een stedelijk landschap zijn er ruimschoots aanwijzingen en signalen die je op het gewenste spoor houden. In de open natuur ligt dat anders. Daar kan je je laten verdwalen en eveneens goed terechtkomen mits gebruik te maken van de aanwezige kenmerken en signalen.
De auteur laat zich al jarenlang al wandelend verdwalen. Ja, en hij doet dat zonder de hulp van technologische hulpmiddelen als kompas, gps of enig contact met de rest van de wereld. Oefening baart kunst, waarbij leren gebruik maken van je zintuigen uitermate belangrijk is. Voor een meerdaagse tocht is vooraf een blik op de kaart (die je niet meeneemt) voldoende. Weten in welke richtingen rivieren stromen of waar er zich zeeën of grote meren bevinden moet volstaan.
Tenslotte wisten jagers-verzamelaars en de eerste zeevaarders ook hun weg terug te vinden zonder hulp van welke technologie dan ook. Waarom zouden wij het dan niet kunnen, vraagt Franco Michieli zich terecht af. Hoe de wegen jou vinden en je naar een bestemming leiden is iets dat je niet leert via dit lezenswaardig boekje. Dit is eerst en vooral een stevige aansporing om bij het wandelen gebruik te maken van onze zintuigen en van wat de natuur ons toont.
Laat je verdwalen en filosofeer mee met Franco Michieli.
Ondertitel: "Het plezier van verdwalen".