Drie dorpologen van dienst nemen de lezer mee doorheen een joekel van een dorpenboek van vierhonderdtweeëndertig pagina’s. En dit om de vijftig mooiste dorpen van Vlaanderen te bezoeken, tien per provincie. De auteurs hebben hun oor te luisteren gelegd bij enthousiaste dorpsbewoners. Deze dorpelingen vertellen hun dorpsverhaal én tonen de lezer hun favoriete plekken. Het zijn mensen, zoals u en ik, met uiteenlopende beroepen; een bakker, een cafébazin, een groenteboer, een kunstenaar, …
De voorstelling van de dorpen is steeds dezelfde en daardoor ook snel herkenbaar. De identiteitskaart bevat praktische gegevens zoals toeristische info, de oppervlakte en het aantal inwoners, plaatselijke specialiteiten en data van belangrijke evenementen. De hoofdmoot is het verhaal van het dorp zelf mét tips voor horeca en activiteiten. Bij vijfentwintig dorpen is een wandeling mét duidelijke kaart toegevoegd.
Elk dorp heeft haar troeven zelf in de hand én ze worden in dit boek goed uitgespeeld. Voor de lezer/wandelaar zal de keuze zeker niet makkelijk zijn. Wat te denken van een bezoek aan het arboretum in Kalmthout? Of de mergelgrotten van Kanne? Of de vakwerkwerkhuizen in Veurs? Of het properste dorp: Zichem? Of de IJzerpolders in Stuivenskerke? Of? Of? Kiezen maar … Euhm … Aldeneik!
Een aandachtspunt zijn de verklarende teksten op de foto’s. De tekstkleur is wit. Geen goede keuze want hierdoor is de tekst niet goed leesbaar.