In dit boekje verkent de auteur de mogelijkheden om vrij en ongebonden te kunnen wandelen. Los van de alom bekende wegwijzers, paaltjes, paddenstoelen en andere routemarkeringen. Hiervoor gaat hij op stap met boswachters en beheerders van bossen en natuurdomeinen en het liefst van al in ruige en weinig betreden gebieden. Zijn wandelareaal beperkt zich niet tot Nederland alleen. Hij zet ook een voetje over de grens met Duitsland en België en een enkele maal zelfs tot op het eiland Martinique. Natuurlijk komen ook de Nederlandse Waddeneilanden aan bod. Een bijzonder spectaculair hoofdstuk beschrijft de rampzalige verdwalingen in de mergelgrotten van Zuid-Limburg en Belgisch Limburg. Het zijn de sites bij uitstek om te verdwalen. Eén van de inspiratiebronnen was zijn eigen radioprogramma waarin luisteraars hun ervaringen over verdwalen tijdens een wandeling konden aanbrengen.
Door zijn handig formaat is het boekje gemakkelijk mee te nemen op uitstap. De stukjes lenen zich perfect om te lezen tijdens de wachttijd op trein of bus. Wel moet je enige discipline aan de dag leggen om de lectuur tijdig te onderbreken, anders lees je door tot op het einde.
Handig is dat je na elk hoofdstuk praktische informatie krijgt over hoe je het best op de beschreven locaties kunt geraken. Uiteraard niet gedetailleerd, daar zijn andere en betere bronnen voor te raadplegen. Het boekje is spaarzaam geïllustreerd met zwart-witfoto’s.
John Jansen van Galen is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. Hij publiceerde reeds meerdere aan het wandelen gerelateerde boekjes en zijn magnum opus ‘Afscheid van de koloniën’ dat vorig jaar in februari bij Atlas Contact verscheen.