De eerste druk van dit boek verscheen in 1869. Het beschrijft de reis die auteur Alfred Russel Wallace (1823-1913) ondernam doorheen de Maleise archipel tussen 1854 en 1862. Het is zonder twijfel een van de voornaamste werken over het Maleise gebied en het belangrijkste negentiende-eeuwse boek op het gebied van de natuurlijke historie. Zelf vond Wallace dat hij een bescheiden werk had geschreven, maar al direct na verschijning in 1869 beleefde het ruim 600 pagina's tellende boek herdruk op herdruk.
Tijdens zijn reis ondernam hij meer dan zestig tochten met een totale afstand van niet minder dan 23.000 kilometer. Tijdens deze tochten verzamelde hij 310 zoogdieren, 100 reptielen, 8050 vogels, 7500 weekdieren, 13.100 vlinders, 83.200 kevers, en 13.400 andere insecten, samen goed voor 125.660 stuks.
De beschrijvingen van de flora en fauna doen niet gedateerd aan. Het is nog steeds een waardevol boek omdat Wallace in een prachtige stijl vertelt over het reizen en de overweldigende natuur. Wat wel uit de toon valt - vanuit het oogpunt van onze huidige opvattingen - zijn de verslagen over het afschieten van orang-oetans en andere diersoorten en de ontmoetingen met de inlanders. Daar toont hij zich ontegensprekelijk een man van zijn tijd, een vertegenwoordiger van het superieure blanke ras.
Het Maleise eilandenrijk is vertaald door Ruud Rook die tevens de verhelderende inleiding schreef. Het is waar nodig geïllustreerd met zwart-wit tekeningen en kaartjes. Het boek sluit af met een overzicht van de verschillende bevolkingsgroepen, een register en een cronologisch overzicht van de belangrijkste data over het leven en werk van Wallace.