Carolijn Visser is sinds jaren een vaste bezoeker van China en heeft met verwondering de grote ommekeer zien voltrekken. Dat uit zich vooral in dit boek. Vanuit Shanghai gaat zij op zoek naar de werkelijkheid achter de welvarende façade. Zij reist naar plaatsen waar collega-schrijvers zoals de Nederlander Johan W. Schotman en Pearl S. Buck gewoond en geleefd hebben. De achterliggende bedoeling is om na te gaan wat er is overgebleven van wat ze indertijd beschreven hebben.
Dankzij haar contacten met een Engelssprekende Chinese vriendin kan zij aan een aantal familiefeesten deelnemen waardoor zij binnendringt tot in de intieme en waarachtige leefwereld van de Chinese bevolking, of tenminste een deel ervan. Een andere kant van het verhaal zijn haar contacten met de overheid. Het wordt bijna hilarisch als zij beschrijft hoe ze als sidekick wordt toegevoegd aan een delegatie Australiërs die op officiële missie het land bezoeken.
Het is natuurlijk niet altijd partytime, ook de schrijnende omstandigheden van de armere families die letterlijk moeten wijken voor de megalomane bouwprojecten komen aan bod. Het wordt in het boek duidelijk dat door de opstormende welvaart er twee totaal van elkaar vervreemde klassen ontstaan. Zij die het gemaakt hebben en zich in luxe wentelen en een groot aantal minder gegoeden die met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen.
“Shanghai Skyline” is geen echt reisboek. Het is eerder een momentopname van de economische (r)evolutie die op dit ogenblik in China aan gang is. Met de gevolgen die deze omwenteling teweegbrengt.De zoektocht naar het verleden van Schotman en Buck en de tegenstellingen in de Chinese samenleving maken van het boek een gevarieerd en boeiend geheel.