Zowat 3 jaar voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak begonnen in Amsterdam drie jongemannen uit het arbeidersmilieu aan een voettocht die hen door een flink stuk Europa en een deeltje Azië zou leiden. Bezienswaardigheden onderweg en toeristisch genot waren niet meteen hun belangrijkste doelstellingen. Ze werden vooral gedreven door hun idealisme. Alle drie waren ze vegetariër (toen al), pacifist en geheelonthouder. Bovendien droegen ze sociale gelijkheid hoog in het vaandel. In Wenen kregen ze ook nog het gezelschap van een vrouw, een tijdelijk in Nederland achtergebleven verloofde van een van hen.
Het idealistische gezelschap noemde zichzelf "De Wereldwandelaars". Onderweg overleefden ze met de steun van gelijkgezinden en ook met wel met de verkoop van foto's. Ze zochten vooral vrijheid in de natuur, maar zochten en kregen ook aandacht voor hun idealen. Vandaag hebben veel eetgelegenheden een of meerdere vegetarische gerechten op de kaart, maar tijdens hun tocht, ruim een eeuw geleden, moesten de wandelaars zich wel vaker met minder tevreden stellen.
De aanwezigheid van een vrouw in het gezelschap, vanaf Wenen, zorgde wel voor spanningen, zodanig dat het zich zelfs tijdelijk opsplitste. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog leidde tot het definitieve afbreken van hun jarenlange wandeltocht. Toch wel symbolisch is dat tocht eindigde in Palestina, een land dat nu al jarenlang te lijden heeft onder geweld en bezetting.
Historicus Wim Willems schreef een boeiend werk over de belevenissen van de jonge wandelaars, gelardeerd met veel aandacht voor de tijdsgeest?
Ondertitel: "Een verbond van idealisten".