Jan W. Klijn werkte zich in de loop van zijn leven op van arme, jonge werknemer tot succesvolle zakenman. Als zakenman reisde hij vaak, kwam af en toe in avontuurlijke situaties terecht en publiceerde daarover, onder meer in tijdschriften. Op hogere leeftijd besluit hij zijn reiservaringen te herschrijven. Nu kan hij iets ongeremder schrijven, niet langer gehinderd door zakelijke belangen op de achtergrond.
Zijn belangrijkste motivatie voor het herschrijven is evenwel de plaats van God in zijn leven en reizen. Jan W. Klijn's reisbelevenissen draaien nu veel meer omtrent de voor hem belangrijke aanwezigheid van de goddelijke macht tijdens zijn tochten. Regelmatig duikt God op en ziet de auteur redenen om hem te bedanken al was het maar voor de ontmoeting met een ander levend wezentje.
De reisverhalen ademen vooral de sfeer van het laatste kwart van de vorige eeuw, toen zelfstandig reizen toch nog ongewoon was, zeker voor iemand die niet meteen een geboren avontuurlijk reiziger was. De alomtegenwoordigheid van God in de teksten van Jan W. Klijn zal remmend werken voor wie van een vlot geschreven reisverhaal houdt. Anderen vinden er misschien troost in?