Marc Hoogsteyns’ titel van zijn boek verwijst naar het fictieverhaal over Congo van Joseph Conrad geschreven halverwege de 19e eeuw: Heart of Darkness. Zijn 1.500 km lange kajaktocht over de Lukenierivier gaat van oost naar west dwars door het hart van Gongo. Van Lodja, in de provincie Oost-Kasai, doorheen de provincies West-Kasai en Bandunu tot in Kinshasa. Door de reis met de kajak af te leggen wil hij dit land ervaren zoals de Congolezen het beleven.
In al de dorpjes waar hij aanmeert weten de bewoners al van zijn komst. De tamtam heeft zijn werk gedaan. De hele jungle weet van zijn tocht over de Lukenierivier en er zijn zelfs Congolezen en allochttonen die weddenschappen afsluiten: haalt hij het eindpunt Kinshasa of niet. De gastvrijheid van de junglebewoners is legendarisch, overal wordt hij met open armen onthaald. Hij komt op plaatsen waar men meer dan dertig jaar geleden nog een blanke zag of er nog nooit één gezien heeft. De Ekonda-pygmeën schenken hem de eer de Bobongodans mee te maken.
Dit is een reisverhaal over de grootsheid en de pracht van Congo, maar ook over de milieuramp die zich hier aan het voltrekken is. Congo zou, door haar vele stuwmeren, het hele continent Afrika kunnen voorzien van stroom. Maar nu heeft enkel een klein deel van de bevolking toegang tot elektriciteit en zijn de Congolezen aangewezen op brandhout en houtskool om te koken. Samen met de industriële houtvesters plegen ze roofbouw op één van de laatste groene longen van onze aarde. De bedrijven kappen het uit winstbejag, de gewone Gongolees doet het om te overleven.
Marc Hoogsteyns is een aangename, beeldende verteller en recht voor de raap. Voor verschillende persagentschappen werkte hij in landen zoals Libanon, Cambodja, Rwanda, Myanmar, Somalië, Sudan, Chili, Irak en Turkije.