Overal en nergens is het verslag van een reis door de verschillende Europese steden van de succesvolle Amerikaanse reisauteur Bill Bryson. Niettegenstaande hij meer dan 20 jaar in Engeland woonde en werkte kan hij zijn Amerikaanse aard niet verlochenen. Dat komt overduidelijk tot uiting bij het lezen van deze Europa-odyssee. Niettegenstaande zijn eruditie gedraagt hij zich min of meer als de wat onbehouwen Amerikaan die overal waar hij komt op niveau bediend wil worden. Los daarvan moet je toegeven dat hij vlot en onderhoudend schrijft. Soms met een vleugje sarcasme en meestal heel humoristisch. Deze komische ondertoon zorgt ervoor dat je geboeid blijft lezen.
De waarheidsgetrouwheid van het boek kun je best vergelijken met de hoofdstukken “Brussel” en “België”, waarin hij zijn belevenissen en verblijf in onze hoofdstad en zijn reiservaringen per trein door België beschrijft. En wat blijkt? Zijn ervaringen kloppen bijna exact met de werkelijkheid. Hij verwoordt op een uitstekende wijze wat de buitenlandse bezoeker moet ervaren als hij ons land bezoekt. Zelfs het heikel punt van de Vlaams-Waalse verhoudingen komt terloops aan bod.
Met “Overal en nergens” moet je dus geen diepgaande studie van de verschillende Europese landen en steden verwachten. De verhalen zijn meestal badinerend en lopen soms over van de algemeenheden: de Italianen zijn slechte chauffeurs, de Zwitsers zijn een saai volkje, alle Fransen zijn charmeurs enz. De sterkte van het boek ligt in de bijzonder meeslepende schrijfstijl van de auteur.