Gerard van Heusden laste in sabbatical in en vertrok op reis door Zuid-Amerika, tot helemaal op Antarctica. In dit boekje brengt hij in een prettige schrijfstijl verslag uit van zijn belevenissen en zijn verplaatsingen met uiteenlopende transportmiddelen en neemt daarbij af en toe geen blad voor de mond. Hij leeft onderweg op het ritme van zijn vervoer en weet dat ook treffend te verwoorden. Bovendien is hij niet te beroerd dat ook ervaren reizigers zich kunnen vergissen, door bijvoorbeeld op de verkeerde trein te stappen …
Tijdens het beleven van deze verlate jongensdroom slaat verveling nogal eens toe maar hij weet dat op te vangen door kaartspelletjes die hij al wachtende leert. De lezer krijgt er meteen een beschrijving van. Meteen een voorbeeld van de soms wat minder klassieke aanpak van de auteur. Misschien moeten we de zelf getekende kaartjes in dit boek ook onder die hoofding plaatsen, maar die vallen vooral op doordat ze minder geslaagd zijn.
Vooraan in het boekje las ik een wijze raad voor beginnende mountainbikers en fietsers: “…mountains laten zich niet vanzelf bedwingen met de juiste fiets. Conditie schijnt ook belangrijk te zijn.”. Voor deze reis en het daaruit voortvloeiende boekje kan je een analoge opmerking maken: verre reizen komen er niet vanzelf, soms is er moed nodig om eraan te beginnen.