Lady Hester Stanhope, geboren in 1776, had alles om het te maken in de toenmalige Engelse maatschappij. Haar ouders waren uitermate gefortuneerd en haar familiebanden reikten tot in de allerhoogste kringen, inclusief haar oom de toenmalige eerste minister William Pitt (jr). Deze en andere politieke relaties zouden meer dan eens van pas komen bij het organiseren van haar reizen naar het Oosten.
Het is zacht uitgedrukt te stellen dat Hester Stanhope een sterk karakter had. Ze maakte er handig van gebruik om haar wensen en plannen uit te voeren. Ze stond overigens meer dan haar mannetje in de mannenmaatschappij van eertijds. Ze aarzelde zelfs niet zich voor te doen als man om plaatsen te bereiken waar vrouwen veelal geen toegang hadden.
Egypte, Turkije, Syrië, etc... waren reisdoelen waarvoor ze haar hand niet voor omdraaide. Vooral in haar jaren van grote rijkdom liet ze zich vergezellen door een schare bedienden, die onder meer instonden voor het gewenste comfort onderweg. Gaandeweg leerde ze ook het met minder te stellen, zeker toen haar invloed op mannelijke heersers allerhande afnam.
Je leert Hester Stanhope kennen als iemand met een sterke wil die er alles aan deed om haar gedroomde reisdoelen in het Oosten te bereiken. De vlotte schrijfstijl van Janneke Budding leid je in de voetsporen van deze dame van stand naar plekken waar indertijd nauwelijks iemand van droomde ze ooit te zien; laat staan vrouwen. De eretitel "Koningin van de woestijn" illustreert op treffende wijze Lady Hester Stanhope's onverdroten reislust.
Ondertitel: "Biografie van een negentiende-eeuwse reizigster".