Dankzij de twintig jaren die Peter Vanderlinden verslaggeving verzorgt van Congo is hij dé persoon om over dit land en haar inwoners te vertellen. Door de jarenlange nieuwsberichten over deze voormalig Belgische kolonie konden en kunnen we de evolutie van Congo op de voet volgen. Maar met dit boek schrijft Peter Verlinden zijn eigen verhaal over Congo, op de manier waarop hij het land beleeft en beleefd heeft. En dat levert voor de lezer heel wat nieuwe inzichten en verrassende verhalen op. Bijvoorbeeld zoals de auteur een merkwaardig thuisgevoel ervaart telkens hij dit Afrikaans land bezoekt. Het blijkt dat de kolonialen indertijd hun werk, niet alleen bouwkundig, grondig aangepakt hebben. In Congo staan kerken, huizen en overheidsgebouwen die identiek zijn aan diegene die in België staan. Maar in dit geval in een tropische warmte; dit is voor de schrijver het ‘Belgique Tropical’.
De Congolees houdt er deels Westerse gewoonten en deels autochtone ingewortelde gebruiken op na. De uitleg over communiceren is hier een mooi voorbeeld van. De Congolees is geen schrijver maar een babbelaar, een oeverloze prater. De GSM wordt er niet vooral gebruikt om goedkoop de sms-en (lees schrijven) maar enkel om te bellen, ook als neemt dit een grote hap uit het budget.
Boeiend is het stuk over de grote verschillen tussen een Westerling en een Congolees met de conflicten tussen de Europese tijdslijn en de Congolese tijdscirkel, de Westerse discipline en de Congolese levensorganisatie en de andere kijk op het leven.
De auteur schrijft op dezelfde manier als hij zijn reportages presenteert. Vanaf de eerste zin hoorde ik Peter Verlinden’s stem op de achtergrond. Dit boek is een absolute aanrader om het echte leven in Congo te ontdekken en om een idee te krijgen van het gedachtengoed van haar inwoners. Hopelijk volgen er soortelijke uitgaven over andere landen.
Ondertitel: De schizofrene Congolees