Samen met haar echtgenoot trekt de auteur naar en door Ghana. De eerste kennismaking met dat land betreft het slavenhandelverleden van haar eigen land Nederland. De auteur verhaalt over de gebeurtenissen in die zwarte periode terwijl ze zich tegelijkertijd diep schaamt voor hetgewetenloze gedrag van haar verre voorvaderen.
De rest van de uitgebreide kennismaking met Ghana verloopt aangenamer en je merkt dan ook de opluchting bij de schrijfster. Ze aarzelt niet om te reizen zoals de lokale mensen het moeten doen maar is toch ook wel blij als ze weer wat nader aansluit bij de in het Westen meer klassieke manieren van reizen. Waar ze ook is en wat ze ook beleeft, ze vertelt honderuit.
Die prettige vertelstijl maakt het boek ook zo aangenaam om lezen. Bovendien steek je onderweg nog flink wat op over het bijzondere land dat Ghana is.