De auteur en zijn vader, die een stevig eind in de tachtig is, maken samen wandelingen langs de Muur van Hadrianus, op de grens van Schotland en Engeland. Beiden waren onder meer actief in Britse militaire en diplomatieke dienst in het buitenland, maar hebben toch een verschillend wereldbeeld, zo blijkt uit de gesprekken die ze onderweg voeren.
Niet alleen het wereldbeeld van vader en zoon is verschillend, ook hun vise op het Schot-zijn en het Brit-zijn. Vader houdt op geheel eigen wijze nog enkele Schotse tradities in ere, terwijl de zoon het uiteindelijke schopte tot minister voor de Conservatieven. Terwijl de interesse van de zoon voor het Romeinse verleden diepgaand is, is die van de vader eerder van praktische aard.
Nog een belangrijk gespreksthema is uiteraard hun beider verleden als vader en zoon. Af en toe drijven grappige verhalen naar boven, waarbij de vader naar voren komt als behoorlijk eigenwijs. Het allerbelangrijkste thema van de vader-zoon gesprekken is evenwel Schotland, meer bepaald het hen omringende landschap.
Deze vader-zoon wandeling en bijhorende gesprekken laten je toe het omgevende landschap te verkennen zonder ook maar een voet te verzetten. Maar naarmate je verder leest nemen de wandelkriebels voor deze heerlijke regio zienderogen toe.