In de reeks “Wereldwijzers” brengen Nederlandse auteurs toeristische en andere informatie over een brede waaier aan landen. De toeristische informatie is veelal degelijk en getuigt van een eigen kijk. De overige informatie richt zich tot een brede groep mensen met uiteenlopende belangstelling.
Deze uitgave is opgedeeld in hoofdstukken achtergrondinformatie, praktische informatie en bezienswaardigheden. Dit laatste hoofdstuk, dat bijna drievierden van de inhoud beslaat, is geïllustreerd met mooie foto’s. Opvallend hierbij is dat er bijna nergens een heldere of zonnige hemel te bespeuren valt. Bewolking, mist, regen en sneeuw lijken te overheersen, wat overigens niets afdoet aan de kwaliteit van het fotomateriaal. Zonder al te breedvoerig te zijn brengt de auteur de bezienswaardigheden onder de aandacht. Hij combineert klassiekers met interessante nieuwigheden en voegt hier en daar interessante weetjes toe.
Het hoofdstuk met achtergrondinformatie had vooraf best wel een tweede lezing verdiend. De grootste gletsjer van Zwitserland vermelden met twee verschillende oppervlakten is niet netjes, al zullen weinigen vallen over een verschil van 2 vierkante kilometer. Lezen dat Zwitserland tussen 400.000 en 300 voor Christus bewoond werd door mensen in paalwoningen en in bergholen is enerzijds vreemd en zeer vaag, anderzijds bijzonder precies. Algemeen wordt immers aangenomen dat de moderne mens pas zo’n 45.000 jaar geleden in Europa arriveerde. Het jaar 300 voor Christus vermelden als het einde van de hol- en paalbewoning lijkt al te precies om correct te zijn.
Op deze details na, die evenwel niet aan de aandacht mochten ontsnappen, kan de gebruiker van deze gids met gerust gemoed op vakantie naar Zwitserland. De belangrijke bezienswaardigheden zullen niet aan zijn/haar aandacht ontsnappen, de wetenswaardigheden hier en daar zijn een pluspunt.
afmetingen: 11 x 17 cm