Als je al die televisiereportages ziet over Suriname dan krijg je wellicht het idee dat dit land het paradijs op aarde is. Surinamers leven onbezorgd, het is er altijd mooi weer, mensen hebben plezier en hebben het blijkbaar toch nog zo slecht niet. Inderdaad Suriname mag dan wel nog een ontwikkelingsland zijn de inwoners kunnen er toch vrij onbezorgd wonen en leven. Veel hiervan is te danken aan de mentaliteit van de Surinamers. In tegenstelling tot wij gaan zij eerder berusten in hun situatie en niet reageren. Vriendjespolitiek en eigen belang gaat boven alles, zonder reactie van de inwoners. Daardoor moeten de bomen van het tropisch regenwoud plaats maken voor goudwinning en geraakt de bodem samen met de ganse voedselketen vervuild met kwik. Maar Suriname is ook het land van de verdraagzaamheid. Nergens ter wereld zijn er zoveel godsdiensten en beleeft men zijn geloof zo vurig zonder onderlinge conflicten. Het heeft misschien wel te maken met het feit dat er geen Surinamers bestaan. Het is een mengelmoes van indianen (oorspronkelijke bewoners), creolen (afstammelingen van slaven), marrons (bosnegers die de slavernij zijn ontvlucht), Hindoestanen (meerderheid), Chinezen en Europeanen.
Dit is nog maar een intro op het echte leven in Suriname. Met 'te gast in Suriname' verneem je er nog veel meer over. Bij het eerste verhaal word je er al meteen ingegooid. Jaap Hoogendam neemt je mee naar Suriname met een vlucht van KLM. Hij laat je kennismaken met stagiaires, Nederlandse Surinamers, nieuwe Surinamers en toeristen. Hij brengt je onmiddellijk in de juiste sfeer: alles kan geregeld worden en maak je vooral niet druk. Harry Schuring brengt je in de hoofdstad en Armand Snijders vertelt je over de grote tolerantie tussen de verschillende godsdiensten. Bekijk het van de positieve kant, veel godsdiensten zijn immers veel feestdagen ... Zoals steeds heeft deze Nederlandse uitgever een bonte samenstelling van professionele Nederlandse schrijvers gezocht die in Suriname wonen of er lange tijd verbleven. Dit geeft een zeer diverse kijk op het land met een bonte mengeling van thema's.
Daarom ook dat de goudwinning en het slopen van het tropische regenwoud een thema is in deze landenuitgave. Terecht want niet alleen de bomen worden gesloopt. Door de goudwinning is er een ernstige vorm van kwikvervuiling ontstaan die al in de voedselketen is terecht gekomen en de mensen kan vergiftigen. Slopen van het 'bos', zoals de Surinamers dit woud noemen, betekent ook stilaan hun belangrijkste toeristische troef vernietigen. Een bezoek aan Suriname kost immers handenvol geld en is pas interessant als je verblijf ook kan gecombineerd worden met een tocht door het regenwoud. Harry neemt je mee op een tocht in het binnenland met de korjalen of boomstamboten. Bij zo'n tocht verlaat je de bewoonde wereld en kom je terecht in de 'stilte' van het 'bos'.
Dit boek is een van de meest meeslepende reispockets van deze uitgever. Van de eerste bladzijde reeds word je aangezogen door dit tropische land en zijn inwoners. Misschien heeft het iets te maken met de grote band tussen Nederland en Suriname?