Voor deze "Te gast in Ghana" trok de journaliste Suzanne Heuts enkele weken door Ghana, met een auto met chauffeur. Dat wedervaren vertelt ze in de eerste bijdrage. Dus niet bepaald een reismiddel dat de lokale inwoners gebruiken. Toch is je niets onthouden want ze beschrijft duidelijk hoe lang die reis zou duren met de normale vervoermiddelen. Zij schreef vier bijdragen over dit Afrikaanse land. De vijf andere stukjes zijn zeer verscheiden en zijn geschreven door iemand die daar vrijwilligerswerk deed of voor een mensenrechtenorganisatie heeft gewerkt of zich specialiseerde in Ghana als journalist of theoloog.
Dit levert uiteraard bijzondere visies op het dagdagelijkse leven in Ghana op. Zo kom je dankzij Rolf Schipper alles te weten over het belangrijkste feest van een Ghanees: zijn begrafenis. Spijtig dat de dode het zelf niet meer kan meemaken. Karin Anema haalt het onderwerp aan van de blanke chefs in de dorpen. Ze noemen ze ook wel 'development chiefs'. Als rijke blanke krijg je dan een ceremonie en een titel. De bedoeling is dat die blanke dan zorgt voor de nodige financiën om het dorp te voorzien van het levensnoodzakelijke comfort.
En dan is er nog God. Hij is overal aanwezig. Op auto's, bussen, gevels van huizen en verkoopstandjes. Afrikanen mogen dan wel diepgelovig zijn maar dit is er wel over. Mirella Klomp, een theoloog, beschrijft hoe een Ghanees zijn geloof beleefd. Wie denkt dat toerisme de natuur kapot maakt zal die mening moeten herzien na het stukje van de redactrice. Toerisme redt de olifant want dit zorgt voor inkomsten anders waren ze allemaal afgeschoten.
Klein en leerrijk, zo kan je dit boekje omschrijven. Je ontmoet een cultuur en leert het waarom ervan kennen op een goed uurtje lezen.