In deze uitgave uit de reeks “Wereldwijzers” doet de auteur zijn uiterste best om ons wegwijs te maken in de regio en haar toeristische mogelijkheden. Ga ervan uit dat je met de wagen naar de streek moet om de sporen van de auteur te volgen op zijn verkenning van de diverse steden, dorpen en dalen.
Net als de andere uitgaven in de reeks is ook deze onderverdeeld in hoofdstukken met achtergrondinformatie, praktische informatie en bezienswaardigheden. Zowat alle “must see” bezienswaardigheden en nog tal van andere krijgen aandacht. Hier en daar worden interessante weetjes toegevoegd.
Het is duidelijk dat de auteur worstelt om de bestuurlijke indeling van de regio om een duidelijke wijze uit te leggen. Meer dan eens doet hij er een poging toe, maar geen van allen echt succesvol. Ook de uitleg over het taalgebruik in de plaatsnamen maakt hij nodeloos ingewikkeld.
Ook in deze uitgave had het hoofdstuk met achtergrondinformatie een tweede lezing verdiend. De “kleine ijstijd” in Europa situeren tussen de 13de en 19de eeuw is wel een paar eeuwen te ruim geschat. En wat doe je met een zin als: “Het is algemeen bekend dat naarmate men hoger komt de temperatuur daalt onder het vriespunt”? “Het water zakt door de ijsmassa heen” lijkt me een vreemd wetenschappelijk fenomeen. Een juweeltje is deze zin: “Het gevolg is ook dat er als gevolg van het hoogteverschil op tal van plaatsen een bijna verticale klimaatsverandering plaatsvindt”.
Natuurlijk zullen deze en andere uitschuivers je vakantie niet verknallen, maar als je wat neerschrijft voor een breder publiek mag correctheid toch wel een vereiste zijn? Gelukkig bleef de puur toeristische informatie in dit boek over het algemeen gespaard, al weet ik niet wat ik me moet voorstellen bij een “stijl” opgaande berg.
Afmetingen: 11 x 17 cm