In 2008 verscheen de vorige editie van "Te gast in Indonesië". Amper vier jaar later is er zoveel gewijzigd dat een volledig vernieuwde uitgave zich opdrong. Redactrice Hilde Janssen, een ervaringsdeskundige, zette er haar schouders onder. Samen met twee collega's, ook experten voor Indonesië, geven ze je een voorstelling van wat er echt leeft in dit land. En dat is niet eenvoudig want Indonesië is niet alleen gespreid over vele eilanden, het is eveneens een smeltkroes van culturen, gewoontes en godsdiensten.
Hilde probeert je die grote verscheidenheid van de bevolking te schetsen en vooral hoe tolerant ze hiermee omgaan. Kinderen krijgen de voordelen van die multiculturele samenleving met de paplepel ingegoten. Daar kunnen wij misschien nog iets van leren. Alhoewel er veel tradities naar de prullenmand zijn verwezen, is er toch een wezenlijk verschil tussen de verschillende eilandbewoners. Zo leer je ondermeer iets over hun kledingcode en kom je te weten wat "Oost-Indisch doof" betekent.
Maar eerst neemt Mirjam je mee op een reis van Java naar Bali. Meer dan 1000 kilometer die ze met diverse vervoermiddelen heeft overbrugd. Ze ontmoet ondermeer arbeiders die loodzware zwavelbrokken uit een vulkaankrater halen en 5 kilometer verder moeten dragen. Maar ze ziet ook een oer-Hollands koeienras en andere overblijfselen uit het koloniaal verleden van Nederland en de V.O.C.
Zoals steeds zijn de onderwerpen feesten en eten niet vergeten. Voor Indonesië is rijst dé voedselbron en het Suikerfeest dé belangrijkste feestdag. Hilde pakt het onderwerp religie nog iets uitgebreider aan. Offers brengen en bijgeloof wegen zwaar door in hun godsdienstbeleving. Zo blijken rotte eendeneieren te helpen om boze geesten uit het huis te verdrijven. Voor de handleiding moet je deze "Te gast in" lezen.
Maar nu even serieus. De orang-oetan is een bedreigde diersoort, net zoals sommige tijgerrassen op Indonesië. De oorzaak en het redmiddel zijn gekend maar er iets aan doen blijkt niet zo eenvoudig te zijn. Met Mirjam duik je in het onderwaterparadijs. Daar is dan weer goed nieuws te rapen. Sedert een paar jaar is het koraal zich aan het herstellen, dankzij de hulp van de duikscholen. Niet vanzelfsprekend want voor de lokale bevolking leven er demonen in de zee. Waarom zou je er dan in duiken?
Zo krijg je 80 bladzijden lokale gebruiken, tips en weetjes. Onmisbaar om je reis naar Indonesië optimaal te beleven.