Natuurlijk heeft Hongarije als schitterend uithangbord om mee te pronken, maar het land heeft nog zoveel meer te bieden, dat maakt deze oorspronkelijk Nederlandstalige gids wel duidelijk aan wie nog moest overtuigd worden. Bovendien spreekt de auteur de (moeilijke) taal van het land.
In het eerste éénderde deel van de gids neemt de auteur rustig de tijd om Hongarije te introduceren bij de reislustigen. De stressloze sfeer van een vakantie in dat land lijkt al op te duiken bij de lectuur van deze uitgave. Aandacht is er voor geschiedenis, de cultuur, de culinaire aspecten en voor het gedachtegoed van de Hongaren, voor zover zich dat in enkele pagina’s laat omschrijven. Een vaak voorkomend item in de geschiedenis van een resem Europese landen is de wijze waarop de Habsburgers er eeuwen geleden huishielden. Misschien moet een kritische auteur dat maar eens tegen het licht houden? Ze beschouwden de Hongaren overigens als tweederangsburgers.
Ondanks de uitstekende kennis die de auteur heeft van het land zijn er toch ook enkele kanttekeningen te plaatsen. Als hij het heeft over de plaats van het Hongaars tussen de Europese talen gaat hij ietwat te kort door de bocht. Of hij van zijn Nederlandse medemens een hoge dunk heeft is twijfelachtig als je leest dat “veel Nederlanders verbaasd zijn dat Sinterklaas geen exclusief Nederlandse held is”. Het zou hen bovendien bevreemden dat ook Vlamingen, Duitsers en Hongaren “aan Sinterklaas doen”. Persoonlijk schat ik de Nederlanders toch hoger in… Maar dit terzijde.
Behalve de toeristische en de achtergrondinformatie heeft de auteur ook nog een pak weetjes over het land, zijn helden en zijn gebruiken verzameld. Samen vormt dit ganse pakket een prettig lezende en informatieve wegwijzer voor een reis door of een verblijf in een waardevol land. Misschien is de band van de auteur met het land inmiddels zo sterk geworden dat hij wel eens te enthousiast durft over te komen. Ik had alleszins die indruk bij het hoofdstukje over Szombathely.
Afmetingen: 13,5 x 22 cm