Het Brugse Ommeland, van het polderland in het noorden tot de zandleemstreek in het zuiden, verdient om ook eens watmeer in de kijker gesteld te worden. Deze regio met zijn verstilde polderdorpjes, zijn prachtige kasteeldomeinen, zijn talrijke waterloopjes allerhande, zijn windmolens en bossen, zijn natuurgebieden waarvan zowel vogels als natuurliefhebbers genieten, is deze extra aandacht onder de vorm van eenboek beslist gegund. Al jaren wordt hier onverdroten aan de weg getimmerd om toerisme en recreatie te bevorderen.
Marcel Gevaert geeft vanaf de eerste pagina duidelijk blijk van zijn liefde voor en kennis van Het Brugse Ommeland. Gelukkig slaat die liefde niet om in blindheid, maar eerder in gedrevenheid: de auteur lijkt altijd onderweg om bezoekers, in dit geval lezers, de mooiste en interessantste aspecten van de regio te tonen en te verklaren. Daarnaast kunnen de lezers er maar wel bij varen dat hij zijn grote terreinkennis met hen wil delen.
De steden en dorpen van het Brugse Ommeland worden, verspreid over 15 hoofdstukjes, overzichtelijk en duidelijk voorgesteld aan de lezer, regelmatig ook met wandeltrajecten. Vaak weet Marcel Gevaert minder gekende gebouwen, landschappen, feiten en verhalen naar boven te halen, zodat dit boek voor de lezer echt wel een ontdekkingsreis is die meer toont dan de klassieke en alomgekende "highlights".
Misschien toch twee kleine bemerkingen toevoegen. Het ware voor de lezers handiger geweest mochten wat meer wandelingen lusvormig uitgewerkt zijn. Daarnaast mag het bestaan van internet niet genegeerd worden: hier en daar wat nuttige en praktische websites vermelden zou de geïnteresseerde lezer sneller op weg helpen voor een bezoek of een meerdaags verblijf.
Ondertitel: "Van Ardooie tot Zuienkerke".